Op de eerste dag staat de rit vanuit Nederland naar de Ardennen op het programma. Rond de klok van elf uur start ik de motor. Slaapzak voorop de tank en de weekendtas op de rug. De vorige dag heb ik de motor helemaal nagelopen. Ketting gesmeerd en gespannen, alle verlichting gecheckt, olie bijgevuld, accuzuur nagekeken en uiteraard de bandjes opgepomd. In de weekendtas zitten extra zekeringen, een achterlichtje en wat gereedschap. Alleen het noodzakelijke dus.
De reis begint voortvarend. Vanuit Enschede besloot ik om niet over Duitsland te gaan. Dit om het feit dat er zich geen Db-killers in mijn sportuitlaten bevinden. In Duitsland schijnt de politie daar moeilijk over te doen. Ik besloot het zekere voor het onzekere te nemen en over Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen en Maastricht te rijden. Voor ik het weet passeer ik een bord langs de snelweg met Roermond erop. Op het dashboard ligt een rood lampje op. De 16-liter tank heeft zijn reserves aangebroken. Dus ik stuur de Ducati naar de eerste afrit die ik tegen kom. Een kleine teleurstelling volgt als ik mijn blik op het prijzenbord richt: de Belgische benzineprijzen gelden helaas nog niet in Roermond.
Na een korte pauze rij ik door richting Maastricht. Ik verbaas me over de grootte van Limburg. Maastricht ligt nog een stuk verder dan verwacht. Eenmaal in Maastricht wordt de voorspelde regen werkelijkheid. Vanuit het niets komt het met bakken uit de hemel. Tussen de bouwwerkzaamheden door besluit ik gaan schuilen. Onder een afdakje wacht ik de bui af en bind ondertussen bind ik een plastic-zak om de weekendtas.
Nadat de bui over is getrokken laat ik Nederlands grondgebied achter mij. Het slechte asfalt geeft aan dat ik in België zit. Zigzaggend door de kuilen komt Luik steeds dichterbij. Uit eerdere ervaringen weet ik dat Luik, (of Liège op zijn Frans) een ramp is. Braaf volgde ik de borden E25 richting Luxemburg. Maar ineens lijken de borden verdwenen en rij ik, zacht-vloekend, het centrum in. Daar krijg ik de tweede plensbui over me heen. Dit maal drupt het water handschoenen binnen. Een vervelend gevoel wat mij tot stoppen dwingt. Compleet verdwaalt doe ik een beroep op Google Maps. Gelukkig is er snel een route gevonden, die zelfs in Luik nog enigszins logisch lijkt. Mijn geluk kon niet als de groene borden met „Luxemburg” weer opdoemen.
Nadat ik Luik achter mij laat, is het niet lastig meer. De A25 lijdt je direct naar het prachtige heuvelgebied, diep in België. Mijn eindbestemming is de camping Chase & Peche in Houffalize. De camping is gelegen aan een schitterende slingerweg, een ideale uitvalbasis voor motorrijders. Maar als het regent, zoals tijdens mijn trip, is het een verraderlijke weg. Want de Belgen houden niet alleen het asfalt slecht bij, ook de afwatering van de wegen gaat niet altijd even goed. Wees dus bedacht op aquaplaning
Zo’n vijf uur later dan vertrek arriveer ik. Doorweekt en moe, maar wel met 375 kilometer meer motorervaring. Als ik binnen ben blijkt de ergste regen nog te komen, maar dan zit ik al lang aan de warme chocomelk. Aankomende twee weken heb ik nog voldoende tijd om de bergwegen van de Ardennen te gaan verkennen. Ik kan niet wachten tot de wegen zijn opgedroogd.
2 reacties
Heb je dit bord gemist? http://www.panoramio.com/photo/23786992?source=wapi&referrer=kh.google.com Of weet je niet wat ‘suivre’ betekent?
Dat zou inderdaad goed kunnen. Uiteindelijk kwam ik ook op de ring terecht, maar daar bleken werkzaamheden. Vandaar de moeizaamheden bij Luik.