Het was maart 1987 en ik had eindelijk mijn rijbewijs op zak, zowel A als B. Tja, eigenlijk had ik eerst A willen doen, maar mijn ouders vonden het verstandiger dat ik met B begon (jaren voor op school gezeten en maar denken dat alles met A begint…). Nadat ik gezakt was bij het eerste examen B omdat ik te hard over kruisingen reed en omdat ik te langzaam over kruisingen reed -nee de examinator wilde het niet middelen- ben ik direct gestart met lessen voor de motor.
De CB650 waar ik op leste was wel even wat anders dan de Zündapp. Ja, toen kon dat nog, direct als 18-jarige op een zware motorfiets. Al snel deed ik 2 rijlessen per week, 1 keer auto en 1 keer motor. Vervolgens had ik het zo uitgekiend dat ik op vrijdag voor de auto kon afrijden en de volgende dag examen voor de motor mocht doen. Voor de motor ben ik wel in één keer geslaagd (uiteraard…. 😉 ), het autorijbewijs was na de tweede poging ook binnen. Zo kon ik in één keer beide rijbewijzen aanvragen. Pa was zijn auto kwijt en ik opzoek naar een motor.
De enige motorzaak in Lelystad (en wijde omstreken) was Henk de Vries motoren. Ik was hier dan ook kind aan huis. Met de brommer kwam ik hier ook al vaak om te kijken naar al het moois in de etalage. Met mijn hoofd vol kennis uit de motorbladen wist ik van elke motor het aantal pk’s en de topsnelheid. De belangrijkste gegevens van een motor.
Op een gegeven ogenblik stond er een Yamaha XJ650 Turbo in de motorzaak. Wauw, wat een futuristisch ding! Dik 90 pk, 30 meer dan een gewone XJ650! En een topsnelheid van……eeuuh (‘t is alweer 26 jaar geleden, daar laat mijn geheugen me een beetje in de steek). Afijn, aangezien een Kawasaki GPZ900R Ninja (mijn toenmalige droommotor) toch wel ver boven het door Pa beschikbaar gestelde budget uitsteeg, moest het de Yamaha worden. Eigenlijk zat de Turbo ook al boven budget, maar achteraf denk ik dat oma heeft bijgesprongen.
Rond mijn verjaardag zou ik de Yamaha kunnen ophalen. Mijn verbazing was dus ook groot toen de motor al achter het huis stond toen ik die middag thuiskwam. Bleek dat pa de motor stiekem al had opgehaald. Nou ja, hij had ‘m ook betaald dus het was natuurlijk zijn goed recht. Toch het was een van de weinige keren dat hij met de motor gereden heeft. Het heeft me altijd verbaasd dat, ondanks hij wel alle rijbewijzen had, nooit een eigen motor heeft gehad. Ook later is hij nooit met een van mijn motoren op pad is geweest.
Maargoed, ik had mijn eerste motor, nu dus gauw rijden! Lelystad is ideaal voor het maken van kilometers. De verschillende wijken liggen best ver uit elkaar. Om naar een maatje in een wijk aan de andere kant van Lelystad te komen was je zo 10 km onderweg. Maar helaas is Lelystad ontworpen met een liniaal. De enige bochten die je tegenkomt zijn de rotondes op de dreven. Stoplichten waren er toen ook niet.
In die goede ouwe tijd was de politie wel heel begripvol voor jonge motorrijders. Op een avond nadat ik een vriendin had weggebracht reed ik met een gangetje van 120 km/h over de dreef weer terug naar huis. Bij onze afslag de wijk in, vol in de remmen en plat de bocht door (ik was net 19 en nog niet gehinderd door enige vorm van inzicht). De auto achter me remt ook hard maar had ook een dusdanig tempo dat ie de verkeerde kant van de vluchtheuvel moest nemen om ook de afslag te redden… Later bleek dat het een politiewagen die achter me reed, maar ik had ‘m niet gezien. Zeer waarschijnlijk omdat het zicht van de spiegel compleet geblokkeerd werd door de helm van mijn vriendin die nog aan mijn arm hing. Tja, dan krijg je een heel verhaal: gevaarlijk zo snel (maximumsnelheid op de dreef was 70 km/h, ik reed dus ongeveer 50 km/h te hard), helm aan de arm wat de rijvaardigheid en het zicht kan beïnvloeden.
“Ja, maar het was maar een kort stukkie,” probeerde ik nog. Maar de agent ging onverminderd door met zijn preek: “we rijden al enige tijd achter je, het tempo heeft op het hele stuk niet veel lager gelegen.” “Sorry, zal het nooit meer doen, maar het gaat ook zo makkelijk met z’n turbo”, was mijn excuus. “Ja, dat begrijpen we wel, met de motor zit je natuurlijk al snel op een hoge snelheid. Ziet er trouwens mooi uit. Maar zo hard rijden is wel gevaarlijk en je mag het nooit meer doen!” “Nee, meneer, natuurlijk meneer, ik zal er op letten meneer, en ook vaker mijn spiegels checken”, stamelde ik. “Nou goed dan. Let voortaan wat beter op, rij niet meer zo hard en een prettige avond”. Ik kon zo weer door, rijbewijs nog op zak en niet eens een bekeuring!
Een dergelijke dosis geluk heb ik wel vaker gehad. In de polder heb je veel lange rechte wegen, veel voordeel bij het inhalen dus. Je kan een aardig end vooruit kijken en op een dag rij ik van Harderwijk richting Lelystad en begin ik een inhaal manoeuvre. Tjo, voorbij de eerste auto en de weg is weer vrij. Ik kan makkelijk de volgende ook inhalen, dacht ik en als ik nu een beetje gas bij geef heb ik die volgende vrachtwagen ook direct. Nog maar een klein beetje gas erbij om de volgende ook in te halen… Nu VOLgas en dan lukt de volgende ook nog wel. En inderdaad, met 180 km/h stuur ik vlak voor een aanstormende vrachtwagen weer mijn eigen weghelft op. Thuis maar gauw een schone onderbroek aangedaan.
In de polder is er ook altijd wind. Ondanks dat je rechtdoor rijdt hangt de motor in een hoek van 45° onder je. Vervelend wordt het pas echt bij het inhalen van vrachtwagens of bij het passeren van tegemoetkomende vrachtwagens, waarbij ineens de wind wegvalt. Om enkele ogenblikken later de volle laag te krijgen. Een halve of hele rijbaan opzij gezet worden was vrij normaal. Uiteindelijk heeft het wel een positieve invloed op mijn bochten techniek gehad (eerlijk gezegd had ik daar toen nog nooit van gehoord). Met name in de lange snelwegbochten bij knooppunten kon ik de motor steeds platter krijgen. Vol trots liet ik thuis, mijn aan de zijkant afgesleten schoenzolen zien. Moeders kon dat wat minder waarderen.
De turbo was ook een verhaal. Op het dashboard zat mooi in het midden een turbodrukmeter. Meestal bleef deze keurig in het groene gebied als ik aan het rijden was. Om te voorkomen dat er een overdruk ontstond zat er een ingenieus dubbel uitlaatsysteem op. Tot 6000 toeren zat het klepje dicht en gingen alle uitlaatgassen door 1 uitlaat naar buiten om de turbo sneller of beter druk op te laten bouwen. Vanaf 6000 toeren werd het klepje geopend en ging de 2e uitlaat meedoen. Werkte allemaal heel mooi en aangezien ik er wel van hield om gas te geven ging het klepje frequent open.
Maar ook toen al reed ik de winters door. En dan rij je wat rustiger en gaat dat klepje wat minder vaak open. Het klepje zat ongeveer daar waar de middenbok van een motor zit. Ideale plek om pekel/oxidatie optimaal zijn werk te laten doen. In de daarop volgende lente zat het klepje dus muurvast! Gevolg was dat de turbo druk zich bleef opbouwen. Het weer werd beter, het gas ging weer verder open(2e uitlaat niet) en de turbodruk bleef maar opbouwen! BAF, turbodrukmeter sloeg vet in het rood. Als 19-jarige was dat natuurlijk prachtig, zomaar wat extra pk’s erbij.
Alleen je banden slijten er zo verrekte hard van, of zou met de rijstijl te maken hebben gehad? Na de eerste set banden werden er Dunlop Arrowmax gemonteerd. Het enig dat ik me daarvan kan herinneren is dat de voorband is gaan cuppen en ook de achterband snel versleten was. Er moest dus iets komen dat langer meeging. Het werd een toerband, de Continentaal Blitz om precies te zijn. Sleet stuk minder maar was voor het betere bochtenwerk funest. Zelfs bij droog weer wilde de achterkant constant uitbreken in een bocht.
Mijn rijstijl en die extra pk’s vond de koppeling minder leuk. Gevolg was dat de koppelingsplaten al na 20 000 kilometer op waren. Waarschijnlijk zaten er dezelfde koppelingsplaten in als op de gewone 650. Ik heb trouwens geen idee wat het verbruik van de motor was. Dat was ‘vroeger’ minder belangrijk. Benzine prijzen waren een stuk lager. Maar de Yamaha was echt fantastisch als 1e motor.
Hier een foto van de start van mijn 1e motor vakantie, 19 jaar oud, niet gehinderd door enige ervaring, op weg naar Portugal. Hoe vaak ik wel niet de vraag heb gehad: “had je een tv mee?” naar aanleiding van deze foto :P. Ruim 5000km op vakantie gereden, gewoon aan de hand van een kaart en lezen van plaatsnaam borden.
De motor uiteindelijk weggedaan omdat er een auto moest komen om naar mijn 1e baantje te pendelen. Wat heb ik daar een spijt van gehad…
– Door Holger Gerschau
Ook het verhaal over jouw eerste motor terugzien op Motorfans.nl? Mail ons dan met jouw verhaal!
1 reactie
Wat een mooi verhaal over het turbojammetje. Ik kan me de fluittoon van de motor herinneren die je al van heel ver hoorde. En wat ontzettend grappig dat je een tv mee had genomen. Die wilde je zeker cadeau doen aan die vriendin. Je kijkt er alleen niet zo vrolijk bij. Portugal is ook wel hartstikke ver hè, zeker als je nog gewoon moet kaartlezen van een kaart.